Nick Dees
Knooppunt Gorinchem
Welke tour toerist raakt niet verzeild in mijmeringen, eeuwig leunend in de curven van gedachtenspinsels, als vlinderfigurant? Voor wie A heeft ligt B open, langs alle vier de stroken. Tot het land boven de rivieren en bloesems in de Betuwe. Naar bevers in de Biesbosch en de bedding bij het strand. Toch draait gecirkel op dit klavervier bij een Bliek na afloop uit op een rechthoekig plein. Met yoghurtijs bij de fontein. Verdwalen blijft weldadig, wanneer thuis een verhulde vesting op je wacht. Gorinchem, ontknopingspunt, waar men de Groot zijn uitweg gunt. Gelegen langs geasfalteerd geluk, overtrokken door de staat.Tenzij een ieder rond de spits zijn eigen kant opgaat |
Faalangst
Je dobbert op het droge en spartelt als een vis. Je hebt nog nooit geschoten. Chapeau, geen een keer mis! Ervaring komt na falen, dus smak eens op je bek. Ga trekkers overhalen, ooit schiet je die roos lek. Dan gutst het water uit het gat, een vijver zal ontstaan. Je hoofd, je lijf, alles wordt nat. Nu kun je varen gaan. Bouw dan je boot met ijver, hijs trots je levenszeil. Bestrijk laverend heel je vijver, ontdek het waterpeil. ‘Je vaart beroerd!’, roepen dan laf de uitgedroogde wichten. Schiet maar subtiel hun kop eraf, je kunt nu immers richten. |
De Groesplaat
Nu het leven van de gebrokenheid opnieuw lijkt te verliezen, vervaagd in mij het onderscheid en pak ik gauw mijn biezen. Verlangend naar de uiterwaarden aan de overkantkies ik het liefst het waterpad, zonder afzien over land. De golfslag die de pont berijdt, toont mij haar genegenheid, waarmee ze zwijgend mij tot een roep verleidt: ‘O Merwede, rivierenstroom, was deze kop vol zorgen schoon!’ De Woerkumse gevangenpoort pareer ik, buitenom. Om de resedagroene hemelzoldering en de puike ijssalon. De Groesplaat ligt te wachten. Met golfbrekers als rots en daarop ruimte voor gedachten. Ik bries mijn zorgen uit, adem de skyline in. Beschouwend met wat afstand, kijk ik weer zin voor zin. Voor Damen Shipyards start het luchtruim, boven de billenbogenbrug. Na blije zeecontainerheuvels volgt Mercon, een Duits-Franse bondsident van even terug? Dan het stadhuis, overspannend met haar waterbed. Daarop staat Piazza’s landmark, een bruingeel gevlakt plaquette. Ook de frisse Torenflat staat fier en sterk, in het centrum schuin De Grote Kerk. De luchtlijn startte groots. Op de dijk naar Dalem, eindigt hij charmant. Naast het kerkje, met de pastorie van burgermoeder Melissant. Mijn ziel strandt op de tijd, een regeling om af te stromen. Wanneer ik in het schermerlicht nog thuis wil komen in Gorinchem, mijn stad. De pont vertrekt. Verrek, mijn ziel is opgewekt! |