Pim van Mourik
Van de Kriekenmarkt naar De Tuinen
Goede morgen tuin, een goede morgen. De bloemen zeiden zelfs iets terug en gras kon je nog horen groeien toen de markt, verguld door gouden regen, glom. Al wie hier woonde schreef, of dacht of dichtte dat het klonk en sprak, desnoods met bomen in de berm. Intussen schraapten schout en schepenen de groene wegen rood, de lindebomen kaal en soms hun keel. Gezwind bewind, doch dit terzijde want de tijd schrijdt altijd sneller voort dan dit college ijlt. Maar tijd ijlt niet alleen. Soms roepen marktbewoners koortsig om verlossing van verdieping of bevrijding van een klim. Zie daar: vaak lost een nieuwe plek beloften in en enkele problemen op. Daar dragen nu De Tuinen huizen en hun woningen beminden door de tijd. Kastanjebomen dragen kaarsen vóór de Kerst en voor de kersen uit; hier schragen mensen zelf hun lief en vieren halve eeuwen. Acht is wel honderd keren meer dan duizend en twee keer vijftig meer dan acht. Voor wie dit leest is deze bloem geschreven. Voor die aan Tuinen woont: bemin elkander zacht. |
Ontmoeting
Een windvlaag uit het oosten afgereisd, is geluidloos langs het veld getrokken. Nog hoorde niemand van die tocht. De wind heeft zelf geen klank gezocht. Een boom is stilaan uit zijn kluit gewassen. Niet lang meer of hij merkt zich op. Waar blijft de wind hoe, voelt de boom zijn kroon? Daar strijkt de wind neer, ritselt hem de blaren. Nu hoor je boom en wind die er niet eerder waren. Uit die ontmoeting komen beide voort. Waarheen hij wil daar waait de wind. De boom? Hij staat nog even stil. |
De Waaldijk
Vanmiddag ben ik naar de Waal geweest. Niet zonder doel, maar oevers, brug, een schip heb ik daar niet gezien. Dat krijg je als je huilen moet om een verloren droom daar onder aan die dijk, Verdriet dat je al had als je je moeder hoorde zingen terwijl zij er nog was en Nijhoff ook wel kende. Dan dacht ik: zing maar liever niet, het is straks niet te dragen wanneer dat reeds tevoren zo beschreven is. Toch hoopte je dat pas als grijsaard je die psalmen weer zou horen en aan haar denken. Dan fietst een meisje langs de dijk. Ze zingt zo onbevangen dat mijn tranen drogen. |